Bouwen met planten: van land tot pand
Het demissionaire kabinet heeft begin november aangekondigd 200 miljoen euro te investeren in het stimuleren van het gebruik van meer natuurlijke en hernieuwbare materialen in de bouwsector. ‘Het betreft hier een stevige impuls richting bouwsector en tegelijkertijd een bevestiging van de onmisbare rol van de landbouw in de circulaire economie’, zegt Peter van Dijck, bestuurslid van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB).
‘Limburg kent een grote bouw- en renovatieopgave die niet gehaald kan worden als alleen de gangbare bouwmaterialen gebruikt blijven worden’, vult LLTB-directeur Bas Boots aan. ‘Biobased bouwmaterialen uit eigen land – en zelfs de eigen regio – zijn een duurzaam alternatief. Het grote voordeel is dat ze CO2 vastleggen en tegelijkertijd bijdragen aan een nieuw economisch en ecologisch perspectief voor Limburg. Onze sector kan hiermee aan de basis staan van de grondstoffen van de toekomst.’
‘De markt lijkt er klaar voor en krijgt net het zetje dat het nodig heeft’
Van land tot pand
Onder de naam ‘Van land tot pand’ hield de LLTB eerder dit jaar al diverse bijeenkomsten, deels in samenwerking met het landelijk opererende uitvoeringsprogramma voor biobased bouwen ‘Building Balance’.
‘Op initiatief van Platform Nieuwe Teelten Limburg, waarin de LLTB partner is, worden nieuwe ketens en initiatieven op basis van eiwit- en vezelgewassen opgestart’, vertelt Van Dijck. ‘We verkorten de ketens door meer gebruik te maken van hernieuwbare grondstoffen uit eigen regio, zowel voor food als non-food toepassingen zoals de bouw. Door te werken aan diverse maatschappelijke en regionale doelen en uitdagingen op het gebied van water, bodem, klimaat, landbouw en woning-bouw geven we invulling aan onze propositie dat boeren en tuinders Limburg gezond houden. Tegelijkertijd biedt dit nieuwe verdienmodellen voor agrariërs. Juist om de verbinding naar overige sectoren te maken, werken we als LLTB samen met tal van partners binnen het project ‘Circulaire economie Limburg’. Onze provincie lijkt de juiste actoren en factoren in zich te hebben om hier daadwerkelijk een duurzaam succes van te maken.’
‘Onze sector kan hiermee aan de basis staan van de grondstoffen van de toekomst’
Coöperatieve samenwerking
Onder de vlag van Platform Nieuwe Teelten wil de LLTB telers-groepen samenstellen, waarbinnen teelt- en oogstkennis wordt gedeeld en marktmogelijkheden worden verkend. ‘Op dit moment kijken we naast de al eerder opgestarte telersgroepen voor eiwitgewassen naar twee hoofdgroepen vezelgewassen: eenjarige vezelgewassen zoals hennep en vlas en meerjarige gewassen als olifantsgras en bamboe’, legt Van Dijck uit.
Binnen het Platform Nieuwe Teelten wordt de beschikbare kennis en kunde gedeeld en ervaringen uitgewisseld. Inmiddels wordt al gesproken over de mogelijkheden voor een provinciale, agrarische vezelcoöperatie om de positie van de teler zo goed mogelijk te kunnen waarborgen. De LLTB voert daar samen met de partners van Platform Nieuwe Teelten een verkenning voor uit. ‘Coöperatieve samenwerking moet helpen de groeiende markt optimaal te kunnen bedienen vanuit de sector’, stelt Van Dijck. ‘Door het bundelen van hoogwaardige kennis en het verenigen van ondernemende telers in een coöperatieve samenwerking, kunnen we ervoor zorgen dat de teler daadwerkelijk waarde toevoegt in de keten en niet louter de leverancier wordt’, verwacht de LLTB-bestuurder. De betreffende vezelgewassen kunnen onder meer worden toegepast in isolatiematerialen zoals de zogenoemde inblaasisolatie, meubelpanelen en bio-composiet materialen. De markt lijkt er klaar voor en krijgt met deze Rijksbijdrage wellicht net het zetje dat het nodig heeft’, besluit van Dijck.
Fotografie: Laurens Eggen