Het succes van Johnny Hoes, door de Nederlandse vertolking van ‘Och waas ik maar…’

Het succes van Johnny Hoes, door de Nederlandse vertolking van ‘Och waas ik maar…’

‘Och waas ik maar bee mooder thoès gebleeve’: de enorme hit uit de vastelaovend van 1959 van het duo Frans Boermans en Thuur Luxembourg is grijsgedraaid in menige Venlose huiskamer en café. Zelfs nu, vijftig jaar later, is het liedje nog enorm populair tijdens de Venlose ‘vastelaovend’.

Niet alleen in Venlo, maar ook in de rest van Nederland heeft het liedje succes gekend door de legendarische Johnny Hoes, die in 1960 het liedje in het Nederlands vertolkte. Hij verkocht 450.000 exemplaren en daardoor werd het de bestverkochte Nederlandse single in de geschiedenis. Zoon Adri-Jan Hoes (75) over zijn vader: “Het succes dat hij hiermee heeft bereikt, is nooit meer door iemand geëvenaard.”

In de door Johnny Hoes opgezette Telstar Music Publishing studio werkt Adri-Jan als muziekproducent aan Nederlandse hits. Hier leeft overduidelijk de legende van Johnny Hoes voort. Alleen al in de entreehal word je verwelkomd door Johnny’s gitaar en reusachtige portretten van het Rotterdamse icoon. Door het hele gebouw hangen gouden platen aan de muur en op elk tafeltje ligt merchandise van meneer Hoes zelf of van een van de artiesten die hij succesvol maakte. Verse vlaai staat in de studio overigens bijna dagelijks klaar voor bezoek; aan de lopende band komen hier nog gasten liedjes opnemen of komen gewoon even op de koffie. De gastvrijheid heeft Adri-Jan van zijn ouders geërfd. “Ik groeide op in de Weerter arbeiderswijk Fatima. Hoewel we het niet breed hadden toen ik klein was, herinner ik mij dat mijn ouders altijd eten gaven aan hulpbehoevenden en hen hielpen waar mogelijk.”

Cowboy-soldaat
Vol weemoed denkt Adri-Jan terug aan zijn vader, die in 2011 overleed: “Als zoon van een Rotterdamse havenarbeider uit een achterstandswijk met weinig toekomstkansen, heeft hij het toch geschopt tot een van de meest bekende muzikanten en muziekproducenten uit de Nederlandse geschiedenis.” In de oorlogsjaren werd Johnny in Limburg gemobiliseerd. Hier leerde hij Jacqueline Schepens kennen, zijn toekomstige vrouw én de reden om zich in Weert te vestigen. Johnny organiseerde feestavonden voor de militairen en was met zijn stem en gitaar al gauw het middelpunt van gezelligheid in de kazerne. In 1944 werd hij tolk bij de Amerikanen, voor wie hij ook feest- en dansavonden organiseerde. “Dit was zijn inspiratie voor zijn eerst geschreven liedje ‘Cowboy-soldaat’, dat een hit werd”, zegt Adri-Jan. Waar Johnny eerst nog in natura werd uitbetaald (sigaretten, corned beef en chocolade) begon hij er langzamerhand ook geld aan te verdienen. De zelfgeschreven liedjes sloegen in als een bom en Johnny’s bekendheid nam toe. “Hij had een leergierige aard, leerde over het volk en verwerkte deze kennis in zijn liedjes. Zo kwam hij eens om vijf uur in de nacht thuis en liep mijnwerkers met een houweel in hun handen tegen het lijf. Ze raakten in gesprek en mijn vader leerde dat mijnwerkers elkaar ‘Glück auf’ wensten als ze de mijnschachten in- of uitgingen. Dit was de basis voor het succesvolle liedje met de gelijknamige titel. Adri-Jan weet waar zijn vader het succes aan te danken had. “Pap was een stem van het volk en zong wat er leefde bij de mensen. In een paar zinnen wist hij een hele situatie te schetsen.”

Moneymaker
Johnny Hoes wilde aan de slag voor een van de Nederlandse platenmaatschappijen, maar opvallend genoeg voelden zij niks voor zijn muziek. Daarom richtte Johnny zich eerst op Belgische platenmaatschappijen, totdat hij een contract kreeg als producer bij Phonogram, onderdeel van N.V. Philips Phonografische Indrustrie. “Mijn vader gaf hier zangers een podium die kansloos waren om in Hilversum te scoren.” Successen kende Johnny met nummers die hij schreef voor artiesten als Leni & Ludwig ‘Schön ist die Jugend’, Frits Radenmacher ‘Loeënde klokken’ en Zangeres Zonder Naam met ‘Ach vaderlief, toe drink niet meer’. Dit werden allemaal gouden platen bij Phonogram, al keek de platenmaatschappij er zelf een beetje op neer. Hun uithangborden waren Corry Brokken, Mieke Telkamp en Willy Aberti. Hoewel de platenbazen eerst sceptisch waren over Johnny’s keuzes, zijn er vele gouden carrières door ontstaan. Toen Johnny, de moneymaker in het bedrijf, een halve cent opslag aan royalty’s vroeg, weigerde zijn werkgever. Dit was voor Johnny een reden om op te stappen en hij startte zijn eigen bedrijf, met later zijn dochter Jacqui aan het hoofd: Telstar Studio. Het bedrijf heeft sindsdien vele successen gekend met geschreven liedjes voor Eddy Wally (Cherie), de Zangeres Zonder Naam en vele anderen. “Mijn vader is uitgegroeid tot een van de succesvolste producers aller tijden.”

Adri-Jan struinde als 6-jarige met zijn vader de spiegeltenten op kermissen af in Limburg en België. Hier trad hij zelf op met een orkest of een van zijn artiesten stond op het podium. “Als kleine blaag verkocht ik ondertussen folders met foto’s en teksten van artiesten aan het publiek.” Adri-Jan kan zich het enthousiasme van zijn vader nog herinneren als hij voor een uitverkochte zaal speelde. “We hebben de tent weer kapot gespeeld”, riep hij dan. “De kermissen waren voor hem een fantastische graadmeter. Het publiek in de spiegeltenten reikte hem bierviltjes aan waarop aanvragen voor bepaalde liedjes stonden geschreven. Destijds schreef hij al hits, zoals ‘De stroper’, ‘De smokkelaar’ en ‘De boerinnekesdans’; zijn muziek leefde bij de mensen. Doordat hij bepaalde aanvragen kreeg, wist hij wat aansloeg bij het volk en vanaf hier kon hij zich verder ontwikkelen en nieuwe liederen schrijven.”

Doe Maar
Hoewel Adri-Jan zelf dertig jaar lang niet bij Telstar werkte omdat hij zich op zijn passie kunst focuste, stapte zijn broer Johnny jr. en hij in 2002 weer in het bedrijf na het plots overlijden van zus Jacqui. Adri-Jan: “Samen hebben we er alles aan gedaan om de droom van onze vader, die destijds op leeftijd raakte, voort te zetten. Ik ben trots dat we dat voor elkaar hebben gekregen.” Zijn eerste productie was het liedje ‘Oerend Hard’ van de band Normaal. “Dialectpop was een heel andere discipline dan de mensen waren gewend. Toch sloeg het aan: het liedje werd direct een gouden plaat en ook het album kreeg goud.” Telstar rees pas echt naar de top met Doe Maar. “Het succes, vanaf het tweede album met de komst van Henny Vrienten, was ongekend. De band ontplofte. Er sliepen meisjes voor de deur van onze studio, in de hoop een glimp van leadzanger Henny op te vangen. Het was een gekkenhuis.” Daarna werden talloze bands gecontracteerd, zoals De Dijk, Herman Brood, Toontje Lager en Frank Boeijen. “We waren de allergrootste op dat moment en Hilversum begreep er niks meer van en keek met argusogen naar het donkere zuiden, waar ze altijd zo op hadden neergekeken, want wij hadden die grote namen. Het succes van Telstar was ongekend.”

Samen oud worden is rijkdom
Net zoals hits komen en gaan is ook het leven niet voor eeuwig. Johnny Hoes overleed in 2011 na een hartinfarct. “Pap is gestorven als een nationale held en een Limburgs icoon. Met Telstar hebben we 30.000 à 40.000 liedjes geproduceerd; elke seconde is er wel ergens een liedje van pap te horen. We hebben prachtig afscheid van hem genomen, al blijft hij altijd dicht bij ons.” Johnny Hoes liet het leven met de persoonlijke titel ‘Bestverkochte single in de Nederlandse geschiedenis’ op zijn naam. Dit ongekende succes behaalde hij met zijn in het Nederlands vertaalde versie van het Venlose carnavalsliedje ‘Och waas ik maar’ van Boermans & Luxembourg, waarvan hij de uitgaverechten bezat en met toestemming en samenwerking van de Venlose muzikanten de vertaalde versie realiseerde. Adri-Jan: “De verkoop van de single explodeerde en mijn vader verkocht meer dan 450.000 exemplaren. Dit succes heeft in Nederland nooit meer iemand kunnen evenaren.” Adri-Jan is dankbaar dat hij de zoon is van een muziekicoon. “Pap is een begrip in Limburg, hij heeft het landschap hier gekleurd. Zijn overlijden werd groot uitgemeten in alle journaals. We hebben op een prachtige wijze afscheid van hem genomen. ‘Als ik doodga, treur dan niet maar vier feest’, zei mijn vader altijd. Het glas was bij hem altijd halfvol. Mijn vader bezat vele mooie eigenschappen. Hij wilde vooral altijd winnen. Als een andere maatschappij een grote hit had, dan gunde hij ze dat vanuit zijn hart. Maar het was ook zijn drijfveer om een nóg grotere hit te produceren.” In de 94 jaar die Johnny leefde, kende zijn leven naast vele successen ook veel verdriet. De pater familias drukte met zijn familiebedrijf een belangrijke stempel op de Nederlandse muziekindustrie, al ging dit niet altijd even geruisloos. Zaken en familie gaan niet altijd samen. Daarnaast overleefde hij zijn vrouw en twee dochters. Adri-Jan: “Mijn vader zei altijd: ‘Oud worden is een mooi goed, maar samen oud worden is rijkdom. Dat is mij helaas niet gegeven. Ik zou er alles voor geven om mijn vrouw en twee dochters terug te krijgen.’ Dat vond ik altijd zo mooi als hij dat zei.”

www.telstar-music.nl

Translate »